We zijn bijna Deng was mijn briljante grap van de dag … Deng was de naam van de plaats waar we zouden stoppen voor de lunch en Dain had honger en stelde de verbode vraag ‘hoe lang nog …?’ En dan krijg je zo’n antwoord als de titel van deze blog… Ik noem dit so wie so een vraag die je beter niet kan stellen net als ‘Is het heel erg stijl/lang omhoog?’ Ik bedoel, we zijn wel een berg aan het op trekken… omhoog klimmen is nou eenmaal een belangrijk onderdeel en we kunnen niet eerder stoppen dan de eindbestemming aka enige bestemming. De filosofie van ‘we moeten toch doorlopen tot we er zijn’ was juist een manier om alles los te laten en gewoon door te gaan. Bij een stijl stuk zong ik het Nepalese ‘Res som phiririiiii’ in mijn hoofd wat perfect bij mijn tempo omhoog paste. Inmiddels was ik ook gewend aan de dagelijkse routine van een trekking en ‘arriveren’ werd een makkelijke opgave. De lunch in Deng was geweldig! Misschien wel de beste Dal Bhat ooit (vooral omdat ze ook verse sla en worteltjes hadden, een ware luxe in de bergen). De zon scheen en we hadden een geweldig uitzicht vanaf de picknickbanken. We vervolgden onze wandeling naar Bihi Phedi 1990m. Bij aankomst kleedde ik me snel om en vroeg in spanning of er een koude of een warme douche was. Ik had geluk; ik mocht “stieken” gratis warm douchen hihi. Het water was zo heet dat ik eerst een emmer moest vullen en vervolgens een kleine emmer moest gebruiken om het water over me heen te gooien. Toch was dit de beste (en eerste) douche die ik had gehad in de bergen. Later op de trek zou ik terug denken aan dit moment want het was ook de laatste douche die ik zou nemen tot ik terug was van de trek … De rest van de dag brachten we door met kaarten bij de open haard in een mooie kleurrijke houten eetkamer met een kleine ouderwetse tv.

De volgende dag gingen we naar Namrung 2630m. De weg moest makkelijk te wandelen zijn volgens Sandip op een ietwat gevaarlijkere landslide na. Onderweg dubbelcheckte Sandip met de locals of we er uberhaubt over heen konden of dat we de omweg stijl omhoog moesten pakken. Gelukkig bleek er een goed genoeg paadje te zijn en gingen we op pad. De wandeling naar Namrung was geweldig! Waarom? Omdat we eindelijk wild-life hadden gespot vandaag. Het pad ging namelijk veel meer door de bossen. We moesten de landslide overwinnen. Ik vond het er allemaal vrij eenvoudig en veilig uitsien … zolang er tenminste geen rotsen zouden wegrollen. Ik liep dan ook lekker voorop, aan mijn linkerkant was er niets behalve een steile afgrond naar de kolkende rivier beneden, aan mijn rechterkant was er een steile berg vol met grote keien en rotsblokken. Het paadje was precies breed genoeg voor twee voeten naast elkaar en op een paar rollende keien na, prima te bewandelen. Met andere woorden een fluitje van een cent haha. We vervolgden onze weg naar het dichtere bos en begonnen onze onverwachte safari in Manaslu. We spotte blue sheep in het bos en wilde berg geiten op de steile rotswand aan de overkant van de rivier. Ik spotte een soort muisachtig beestje dat blijkbaar in het Nepalees Pika wordt genoemd. Op een gegeven moment tijdens de wandeling zag ik iets in de verte en voor ik het wist riep ik enthusiast: “MONKEY MONKEY I SEE A MONKEY!”  woopsie… de aap verdween natuurlijk gelijk terug het bos in. Gelukkig waren er nog zo’n 15 apen aan het chillen in de bomen eromheen haha. Ik was zo blij!!!!

De plaats waar we lunchten, Jungle Hotel, hadden eekhoorntjes rondrennen, tjilpende vogeltjes en kleurijke vlinders in de achtertuin als het waren. In Namrung verbleven we op de meest luxueuze plek die er was, voornamelijk omdat het laagseizoen was en we dus een goedkope betaalbare prijs kregen hahaha. Ik trakteerde mezelf op een kaneelkoek, wat echt een cadeautje was in de bergen. Om de tijd tot het avondeten te doden kocht ik touwtjes van de hoteleigenares om een ​​vriendschapsarmbandje te knopen. De echte luze van deze plek zat hem in de serre met openhaard en … hou je vast: toiletten met een toilet bril!!!! Wat een lekker hotelletje was dat.

#

Comments are closed